1018 kilometer om nooit te vergeten

Ervaren. Er varen boten. Brug open, brug dicht. Nooit eerder heb ik daar mee van doen gehad als ik met de racefiets of mountainbike een trainingsrondje ging fietsen. Behalve in Laag-Keppel dan, maar dan was dat wel een toevalstreffer als die openstond. In Noord-Holland, Friesland en Groningen vooral veel bruggen die opengingen, waar je even de tijd had om een kleine pauze in te lassen. Soms passeerden er grote boten, soms kleine. En soms zelfs hele kleine, waar je dan soms bij dacht: “Hadden die niet onder de brug kunnen doorvaren?” Het maakte mij allemaal niet uit. Ik genoot er wel van: een voor mij onbekend terrein, waar de verassingen tot de verbeelding spreken. Even pauzeren, om de plaatsjes waar je doorheen kwam even goed te bekijken en van genieten.

Op de vrijdag toen ik om 5:00 uur vertrok werd ik bij huis uitgezwaaid, stonden er onderweg zelfs al toeschouwers om me aan te komen moedigen. Echt geweldig, om zo vroeg uit de veren te gaan, om iemand anders een hart onder de riem te steken. Dat gaf me echt een kick op de eerste lange dag fietsen. En lang werd het. De nacht naar vrijdag heb ik bijna geen oog dicht gedaan; hooguit een uurtje. De hele week vooraf geen zenuwen, behalve tijdens de nacht ervoor. Typisch weer. Op het eerste stuk richting Amsterdam was het nog behoorlijk fris, met koude handen als gevolg. Niet zo koud als normaal op de Weissensee, maar lange handschoenen waren geen overbodige luxe. En laat ik nu net die handschoenen in de volgwagen hebben laten liggen. Afgesproken was dat de volgwagen aan ging sluiten ergens in Flevoland bij Lelystad, omdat er ’s ochtends nog een aantal moesten werken. Dat eerste stuk alleen, vond ik niet zo erg. Het liep gesmeerd, alleen een paar keer liet de navigatie te wensen over, en stuurde me zo andere paadjes in (lees: gravelpaden) of doodlopende weggetjes. Niet erg, tijd genoeg dacht ik. Maar in zulk soort situaties is de kans op lek rijden wel groot. Misschien is dat ook wel de reden dat ik ook het fietsen langs de Rijn verkoos boven het fietsen langs de Lek, want dan zou het feest helemaal compleet zijn. Dan was één reserve-binnenband niet genoeg geweest.

Desalniettemin, het eerste stuk ging goed. Lekker tempo draaien en in een mooi ritme zitten. Ook wel cadans genoemd in de wielersport. Het gevaar zit ‘m in het eerste stuk wel in het tempo dat je rijd. Hoe weet je of je het tempo dat je rijd wel vol kunt houden, het hele weekend lang? Gevoelsmatig ben je dan nog zo fris, dus eigenlijk doe je maar wat het beste voelt voor dat moment. Zo is dat eigenlijk het hele weekend wel geweest. Richting Amsterdam kwam je langs mooie vestingsteden, zoals Muiden en Naarden. Ook de Ginkelse Heide was prachtig, vooral zo vroeg in de ochtend. Niemand die je tegenkwam, maakte het een bijzondere plek. Ook boven Amsterdam, waarbij je langs de verschillende ‘dammen’ reed, zoals Monnickendam, Ilpendam, Volendam en Edam waren mooi. Typisch Nederlandse landschappen, om maar een ‘Denkend aan Holland’-cliché op te schrijven. In Enkhuizen -de laatste stad richting Lelystad- nam ik een langere pauze. Na 200 kilometer heb ik even bijgetankt aan de haven, voordat ik me opmaakte voor het zwaarste gedeelte van de eerste dag: wind in de polder. De pauze deed goed, want de lange polderwegen en de wind die vanaf het Marker- en IJsselmeer blies, werd de eerste mentale test. In de buurt van Emmeloord kwam de volgwagen erbij, en daar heb ik de volgende tussenstop gehouden. Bijgepraat, beetje ouwehoeren en weer door. Op naar Lemmer en Sloten, waar ik de Elfstedenroute begon, na kilometerslang tegen de wind in hebben gefietst.

In Sloten begon voor mij de Elfstedenroute, en die typisch Friese landschappen waren prachtig. De kale vlaktes, de stadjes, de dorpen, de vaartjes, weilanden, bruggetjes of koeien in de wei. Beelden die ik ken van tv of ansichtkaarten, maar om zelf door zo’n ansichtkaart te fietsen met een zonnetje die langzaam achter de horizon verdween. Het had iets magisch. Eenmaal in Franeker aangekomen, vond ik het mooi geweest. Na 400 kilometer te hebben gefietst, werd ik opgehaald, om naar de slaapplek in Leeuwarden te worden gebracht. Een uurtje of tien in de avond was dat. De volgende ochtend ben ik om 7:00 weer op de plek neergezet in Franeker waar ik de avond ervoor stopte. De tocht werd vervolgd, na wederom een nacht met weinig slaap. Dit keer niet van de spanning, maar door de vermoeidheid van de vrijdag. Vanaf Franeker door naar Dokkum, via Bartlehiem, waar ook de bekende tegeltjesbrug van de Elfstedentocht staat. Uiteraard even mee op de foto. Net zoals met de Bonkevaart -de finishplaats van de echte Elfstedentocht- in Leeuwarden of de watertoren in Sneek. Keer op keer was het genieten om een nieuwe stad of dorp binnen te fietsen. In gedachten denk je dan weleens hoe het zou zijn, als je daar in de winter doorheen mag schaatsen. Sloten was voor mij ook de laatste stad van de Elfstenroute. Als verassing stond er daar iemand uit Joure te wachten op me, om een stuk mee te fietsen. Tino was zijn naam, en hij was een oud-collega van iemand uit Megchelen (Gerard Dickmann). Tot en met Akkrum fietste hij mee, en leuke anekdotes werden er verteld. Dit gaf me veel moraal omdat ik wist dat het stuk richting Eemshaven zwaar ging worden, zeker met de noorderwind in het vooruitzicht. Door het eerste stuk dan al leuke gesprekken te hebben, houd je je ook niet zo bezig met de nog te rijden afstand.

Na Akkrum had ik me als doel gesteld om in ieder geval die zaterdag door te gaan fietsen naar Emmen. In totaal moest ik die zaterdag dus ongeveer 375 kilometer gaan afleggen. Maar doordat we in de ochtend foto’s maakten en ik vaker een pauze inlasten met de volgwagen, liep ik achter op schema. Eindbestemming Emmen: dat zou betekenen dat ik tot laat in de avond door zou moeten gaan. Beuken op de lange wegen in Groningen tot en met Eemshaven. Hoewel van echte ‘beuken’ boven de stad Groningen weinig sprake was, want veel was vlak, en de wind had vrij spel. Die zaterdagmiddag en avond was persoonlijk misschien mentaal wel het zwaarste van de hele tocht. Wat was het fijn om door de stad Groningen zelf te komen; de terrasjes die vol zaten, studenten die genoten en met de fiets dwars door het Noorderplantsoen. Ik moest wat lang op een stoplicht wachten, dus tijd genoeg om even ‘Het gras van het Noorderplantsoen’ van Ralf Poelman in m’n Spotify-lijst te zetten. De combinatie van weinig slaap, geen honger en dorst die dag, de wind en benen die zwaarder begonnen te worden, hielpen allemaal niet mee. En zadelpijn? Dat viel gelukkig mee, maar eenmaal in Drenthe leek het wel of ieder dorp het asfalt had ingeruild in fietspaden met klinkerwegen. Kasseien op z’n Drents misschien wel. Over kasseien gesproken, andere gesteentes; de hunnebedden had ik ook in het parcours opgenomen. Helaas, helemaal niks van gezien, omdat het toen al donker was op weg naar Emmen. Die zaterdagavond werd het ook kouder, dus deed ik de handschoenen aan, en een extra jasje. Klaarmakend voor het fietsen in het donker. Na urenlang op de fietspaden in het donker tussen de bospaden te hebben gefietst, kwam ik eindelijk het fietsbordje tegen, met daarop: ‘Emmen – nog 19 kilometer’. Normaal gesproken zou ik denken: ‘Ach, nog een klein stukje.’ Maar nu was het anders: enige waar ik aan dacht was een matras, en slapen. De kilometers kropen logischerwijs voorbij, en eenmaal in Emmen stonden m’n vrienden bij het hotel te wachten. Douchen, even snel wat eten en naar bed.

Die nacht gelukkig veel beter geslapen dan al die dagen ervoor, maar qua uren hield het niet over. Om 8:00 ben ik weer vertrokken richting Coevorden, om vervolgens langs de grens richting Overijssel te gaan. Een prachtige route langs verschillende typen landschappen: de Drentse hei, het Twentse landschap tot aan het bordje: ‘Gemeente Berkelland’. Toen ik dit bordje zag, dacht ik: “Het gaat misschien nog wel lukken ook, om de 1000 vol te maken.” Niet of ik er weleens over getwijfeld heb, maar op sommige momenten op de zaterdag dacht ik soms echt: “Waar ben ik aan begonnen?” Die zondagochtend had ik nog één keer een kleine inzinking, en dat was in Losser. Het was warm, en als gevolg gaan je voeten dan iets uitzetten. Ik heb voor de gelegenheid -omdat we toch in die plaats waren- de schoenen ook maar wat ‘losser’ gedaan. Het bleek een gouden zet, want tot en met Megchelen heb ik er niet meer aan gedacht om ze ook weer vast te draaien. Na een bakkie koffie in Glanerbrug werd de koers voortgezet richting de Achterhoek. Ook hier weer volop genoten van de prachtige plekken waar je doorheen kwam; en zelfs even opgehouden worden door een klootschiet-vereniging die bezig waren met een wedstrijd. Mooi dat zulke tradities in elke streek op hun eigen manier worden beleefd en uitgeoefend. En leuk om te zien hoe serieus zoiets eraan toe kan gaan. Als ik aan klootschieten denk hier in de regio; dan is dat met een familie-, buurt- of personeelsfeest. Een rondje lopen, de bal (lees: de kloot) gooien om vervolgens dat ding weer met de tuinhark ergens uit een willekeurige sloot te zoeken. En wat een ‘gekloot’ als dat dan niet wilt lukken. Maar ik wist niet dat er zelfs verenigingen van zijn. Alweer wat geleerd.

Eenmaal in Rekken aangekomen, bereidde ik me voor op het laatste stuk van de tocht. Vanaf daar kreeg ik een beetje vleugels. Gevoelsmatig kropen de tijd en de kilometers weer voorbij, maar het was vooral genieten op dat laatste stuk. Onverwachte aanmoedigingen van familie, vrienden, collega’s en bekenden die me het hele weekend via de live-tracker hadden gevolgd. De ultieme climax kwam tussen Gendringen-Megchelen. Als ik terugdenk aan het onthaal op Oranjeplein staat het kippenvel weer op de armen. Langs de kant van de weg de aanmoedigingen waarbij ik opeens de benen weer kreeg. Op zo’n manier over de streep te komen, is misschien wel het allermooiste wat er is. Het binnenfietsen van het dorp zal nooit meer hetzelfde zijn zonder daaraan terug te denken. Het applaus langs de kant. De fakkels. De wapperende rood-wit-blauwe vlag. De high-five met Eddy. Bij de finish bellen met m’n broer Tom die op Bonaire aan het meekijken was. Echt geweldig. Zulke momenten kan ik echt van genieten, niet alleen op het moment zelf, maar waarschijnlijk voor altijd. Ik heb dan weliswaar alleen gefietst, maar zonder jullie donaties, aanmoedigingen en reacties was dit nooit gelukt. Een teamprestatie waar iedereen op welke manier dan ook heeft bijgedragen om dit tot zo’n ongelooflijk succes te maken ontzettend trots op kan zijn.

Maar het allerbelangrijkste: Het geweldige bedrag dat nu al door jullie bij elkaar is gebracht voor het KWF! Het duizend-kilometerpunt tikte ik al aan in Sinderen, maar ik wilde per sé door Silvolde fietsen voor m’n tante wie veel te vroeg aan deze rotziekte is overleden. Met die gedachte in m’n achterhoofd tijdens het hele weekend, heb ik nooit durven denken aan opgeven. Er is afgelopen weekend iets bijzonders gebeurd. De grenzen zijn letterlijk opgezocht, en verlegd. Het werd een tocht om nooit te vergeten: Urenlang trainen vooraf. Kilometers lang op de pedalen tijdens. Stoempen. Tegenwind. Afzien. De grappen onderweg. Rijden op bospaadjes in het donker. Knikkelbollend op de fiets, en wakker gehouden worden door honden die uit het niets konden blaffen als je langskwam. Emoties die alle kanten op konden schieten. De geweldige steun van de vrienden die meegingen in de volgwagen.

Met een prachtige sportzomer in het vooruitzicht met het EK-voetbal, de Tour de France en Olympische Spelen worden we weer getrakteerd op nieuwe ervaringen. Iedereen gaat het beleven op zijn eigen manier. Andere ervaringen die ik ook aan kan raden is het verslag van de volgwagen die vorig weekend meeging, opgeschreven door Koen. Dit verslag is te vinden om hier te klikken. Een fotoverslag van afgelopen weekend is hieronder te vinden. Tot eind deze maand is er nog de mogelijkheid om te doneren voor de actie, omdat het dan precies een jaar geleden is, dat ik de eerste potloodschetsen op papier zette voor deze actie. Eind van deze maand zal ik een video online zetten, met daarin de onthulling van het uiteindelijk opgehaalde bedrag voor het KWF!

Nogmaals, bedankt allemaal voor een onvergetelijk weekend!

Roel

— de site naar de donatiepagina:

 https://acties.kwf.nl/fundraisers/roelhunting/de-alternatieve-alternatieve-elfstedentocht

— het verslag van de volgwagen (geschreven door Koen):

https://roelhunting.wordpress.com/2021/06/05/het-verslag-vanuit-de-volgwagen/

Eén reactie

Plaats een reactie